Amsterdam-Oost, juni 2021. Ik sta op een straathoek naast een fout geparkeerde auto met een Frans nummerbord met knipperende lampen om aan te geven dat de auto hier tijdelijk staat. Er komt een politieauto aan. ‘Bonjour,’ klinkt het met onvervalst Amsterdamse tongval. Ik vind politie vrij eng, dus ik stap er snel op af en zeg: ‘Ik spreek uitstekend Nederlands hoor.’ Daarna krijg ik te horen dat de auto daar niet mag staan, ook niet tijdelijk, want het is een straathoek en de hulpdiensten kunnen er niet langs. Kan ik hem niet verzetten? Nee, dat kan niet, want Martin heeft de autosleutel en het is een huurauto waar ik vanwege de verzekering ook echt niet in mag rijden. Na wat voor mij een eeuwigheid voelt, maar waarschijnlijk maar twee minuten duurde, rijdt de politie door en slaak ik een opgeluchte zucht. Er komt meteen nog een auto voorbij, met een bestuurder die me met een onvervalst Surinaams accent toe roept: ‘Dat was mij nooit gelukt.’
Ik heb hier één keer eerder geschreven over discriminatie. (En ja, ik weet dat bij bovenstaande voorbeeld waarschijnlijk ook mijn vrouw-zijn meespeelde.) Toen ik een tijdje geleden via mijn zus weer een paar voorbeelden hoorde van waar haar kinderen mee te maken krijgen, schrok ik voor de zoveelste keer. Want zoals dat ook voor mijn politieverhaaltje geldt, om je eigen privilege te zien, heb je soms de blik van een ander nodig.
Ik schreef dit stukje geheel toevallig op Keti Koti, de dag dat de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema excuses aanbiedt voor het slavernijverleden en demissionair premier Rutte verklaart dat excuses aanbieden het risico meebrengt “dat de samenleving verder polariseert”. Nog even los van de excuses die Rutte dus een stap te ver vindt gaan – schreef Elton John niet al dat sorry zeggen hondsmoeilijk is, of is het een kwestie van niet te veel stemmen aan Wilders en FvD willen verliezen? – bleef mijn oog hangen aan de reden. Nu ben ik altijd voorzichtig met onderzoeken, maar dat 66% van de geënquêteerde groep het blijkbaar niet nodig vindt om excuses aan te bieden… “Equal rights for others does not mean fewer rights for you. It’s not pie.” (Jesse Williams)
De polarisatie in de samenleving is iets wat me hoe dan ook steeds meer zorgen baart. Misschien schrijf ik daar nog eens iets over (lastig!), maar voor nu alleen dit citaat van een SP-politicus uit de Volkskrant van 12 juni: ‘Als het systeem niet voor jou doet wat goed is en jou wantrouwt, dan ga jij het systeem wantrouwen.’
Mocht je nu denken: ach, die slavernij, dat is zo lang geleden; ik las ook dat voor één op de acht Rotterdammers geldt dat slavernij maar twee oma’s geleden was. Ik ben zelf nooit vergeten dat ik in Brazilië bij geschiedenis leerde dat Nederland een grote rol in de slavenhandel speelde, en dat ik dat gegeven daarna in Nederland op de middelbare school nooit meer hoorde. Zou dat een van de redenen zijn voor die 66% die ik net noemde?
Misschien niet het perfecte citaat om mee af te sluiten, maar ik wil hem graag delen omdat de uitspraak net als die van Jesse Williams m.i. zo raak en algemeen toepasbaar is:
‘Kwaad geschiedt zonder moeite, terwijl het goede altijd voortkomt uit een soort kunst,’ aldus Ellen Deckwitz in NRC, die daarbij Charles Baudelaire citeert.
ps. Volgende keer zal ik weer eens een psychologisch stukje schrijven, waar het me bij dit blog eigenlijk om te doen was. Maar soms wind ik me over maatschappelijke kwesties op. (Over corona en Hugo de Jonges beleidskeuzes hou ik hier daarentegen wijselijk mijn mond. 😉)